In de tijd dat onze dochter Sara in het ziekenhuis lag, liep ik elke dag dezelfde route van het Ronald McDonaldhuis naar de intensive care. Een korte wandeling van drie minuten, lang genoeg om naar het nummer Door de wind, van Stef Bos te luisteren. Elke dag opnieuw, omdat de eerste regels zo goed verwoordden wat ik ervaarde en wenste:
En ik voel me verloren als ik jou moet verliezen,
en je mag nog niet sterven, want ik kan je niet missen.
Door de wind
De schoonheid van muziek is dat het onveranderlijk is. Tonen, klanken, woorden: ze trekken zich nergens iets van aan. Alles komt en gaat, je leven kan totaal overhoopgegooid worden, maar dat ene nummer zal altijd dat ene nummer blijven. Het enige wat verandert ben jij zelf, en de manier waarop je luistert.
Zaterdag 17 september voorspelde de Nederlandse meteorologen weinig goeds. Welke weersite ik ook bezocht; nergens kwam ik verder dan drie druppels, donkere wolken en 13 graden. Koud en nat, wat de Metakids-deelnemers van de Dam tot Damloop er niet van weerhield massaal naar de start te komen.
Boven de overdekte stand hadden zich dreigende wolken verzameld. Niet veel later hoorden we ze breken, gevolgd door regenstriemen die zo uit het decor van een goedkope film leken te komen. Paraplu’s kwamen tevoorschijn, regenbroeken werden aangetrokken, grappen gemaakt. Niemand twijfelde; de tocht ging door. En ik hoorde Stef Bos zingen:
Ik wil me verliezen in de roes van een winnaar, en ik zou willen schreeuwen maar ik kan alleen zingen, ik kan alleen zingen.
Misschien was het de gebundelde kracht, vertolkt door optimistische poncho’s. Misschien waren het de gesprekken die we met elkaar voerden, omlijst door herkenning en begrip. Of misschien waren het wel de overleden zoons, dochters, broers of zussen, die er altijd, altijd bij zijn: wat het ook was, toen we naar buiten liepen, brak de zon door.
Hoog boven de mensen, boven al die verschillende verhalen van onvoorwaardelijke liefde, hoop en doorzettingsvermogen, verscheen een regenboog. Eerst voorzichtig, toen steeds feller. Alsof elke stap van elke moeder, vader, vriend of familielid, de lucht wat dieper kleurde. Betekenis gaf aan iets dat altijd groter zal zijn dan onze woorden.
We bleven lopen, door en verder. Voor elk kind met een metabole ziekte, voor elk kind voor wie behandeling te laat kwam. Voor en mét Sara en Liv. Regen nam toe, regen nam af, zonlicht kroop door de wolken heen en droogde onze schouders. Onder de bruggen van Zaandam golfde het zwarte water tegen de pijlers.
Samen met mijn oudste zoon luisterde ik al wandelend naar het nummer Door de wind. Eén oordopje in zijn oor, één in het mijne. En ik dacht: de tijd heeft mijn manier van luisteren veranderd. Voor het eerste hoorde ik niet alleen die eerste, wanhopige regels van verzet, maar vooral ook die laatste zinnen van hoop:
Door een zee van afstand, door een muur van leegte, door een land van stilte, door mijn hele leven … Door de storm, al zit alles me tegen, door jou ben ik nooit alleen.