12 oktober 2021

Met gentherapie de fout in het DNA permanent repareren die een metabole ziekte veroorzaakt: het is echt mogelijk voor een aantal ziekten. Dat voorspelt dr. Pim Pijnappel van het ErasmusMC. Hij ontwikkelde mede dankzij donateurs van Metakids een veelbelovende gentherapie voor de ziekte van Pompe en de ziekte van Hunter (MPSII).

Al toen Zoyra zwanger was van Bjorn, werd bij de 20-weken echo een klompvoetje en een schisis gezien. Toen hij eenmaal geboren was, bleek er een groter probleem: Bjorn had de ziekte van Pompe. Door het ontbreken van een enzym konden zijn spieren afvalstoffen niet opruimen. Langzaam ging het steeds slechter met hem. Hij stierf in oktober 2011 toen hij 8,5 maanden oud was.
Zoyra en Frank vertelden ons over Bjorn.

Kinderen met de meest ernstige vorm van de ziekte van Pompe halen, zonder behandeling, hun eerste verjaardag niet eens. Ze missen een enzym, waardoor hun spieren afvalstoffen niet kunnen opruimen en het lichaam snel vergiftigd raakt. Er bestaan behandelingen met enzymtherapie. Deze therapie redt levens, maar heeft ook nadelen: het betekent wekelijks een urenlang infuus en sommige kinderen reageren minder goed. Kinderen met de ziekte van Hunter kunnen ernstige afwijkingen in de hersenen ontwikkelen waardoor zij vroegtijdig overlijden. Enzymtherapie kan de hersenen niet bereiken via het bloed door de bloed-hersenbarrière. Daarom ontwikkelen artsen en onderzoekers bij het ErasmusMC een gentherapie. Hoofd van de onderzoeksgroep moleculaire stamcelbiologie, Dr. Pim Pijnappel, vertelt.

“Metabole ziekten, ook wel stofwisselingsziekten genoemd, ontstaan door een foutje op het gen. Gentherapie biedt de kans om dat precieze foutje met maar één behandeling te herstellen. De grote winst is dat deze techniek ook toe te passen is op veel meer metabole en andere erfelijke ziekten. Onlangs is een gentherapiebehandeling, met een vergelijkbare methode, voor de ernstige metabole ziekte MLD goedgekeurd door het Europese Medicijn Agentschap (EMA).” Het onderzoek van Pijnappel is nu zover dat de voorbereidingen voor klinische trials kunnen beginnen. De techniek kan dan daadwerkelijk worden toegepast bij patiënten.

Hoe gentherapie werkt

Maar hoe werkt het? “Het gaat om een zogenaamde lentivirale gentherapie. Met gentherapie wil je een stukje genetische informatie veranderen, maar een grote uitdaging is: hoe krijg je dat gen op de juiste plek in het lichaam? Je kunt er geen pil van maken, je maag gaat dit niet verwerken. Daarom gebruiken we virussen. Een lentivirus kan heel goed doordringen tot in een cel, precies waar je wil zijn. We kunnen deze virussen ‘leeghalen’, waardoor ze niet schadelijk zijn. Het virus gebruiken we dan als voertuig voor de gecorrigeerde genetische informatie.”

Het is een behoorlijk spectaculair resultaat.

Eenmalig

De behandeling bestaat uit een eenmalige beenmergtransplantatie bij de jonge patiënt. “We halen beenmergstamcellen bij de patiënt, die kweken we heel kort in het lab en geven we dat virus, waar de verbeterde genetische informatie in zit. Dat plaatsen we weer terug. Daarvoor moeten we wat ruimte maken door middel van chemotherapie. Het blijft dus een grote ingreep. Maar, het zijn de eigen cellen, dus we hoeven niet het immuunsysteem van de jonge patiënt te remmen. Dat is namelijk wel nodig met beenmergcellen van een donor.”

Tot in de hersenen

Stamcellen kunnen zichzelf blijven kopiëren en andere cellen in het lichaam maken. Door een genetische fout in stamcellen te herstellen, blijft deze correctie bestaan in de stamcellen. “De cellen geven het ontbrekende enzym af aan het bloed, waardoor het lichaam het enzym kan opnemen en afvalstoffen worden opgeruimd. Daarnaast kunnen de cellen ook de bloed-hersenbarrière passeren. Het komt ook in de hersenen terecht, dus. Dat is een behoorlijk spectaculair resultaat.”

Nu beginnen de aanvragen voor klinische trials, het daadwerkelijk behandelen van kinderen. “Dit kan nog enkele jaren duren en dit hangt ook in grote mate af van fondsen. We zetten niet alleen in op de ziekte van Pompe, maar ook op de ziekte van Hunter, ook wel bekend als MPSII. En we werken samen met het LUMC, die nu een klinisch trial uitvoert met gentherapie als behandeling van SCID, een andere aangeboren immuunziekte, die niet metabool is. Het principe is hetzelfde en we zien dat we hiermee meer metabole ziekten kunnen behandelen.”

Betaalbare behandelingen

“Hoe snel we hierin verder komen, hangt in grote mate af van geld. We hebben met subsidie van Metakids (voor de ziekte van Pompe en Hunter), van ‘Finding a cure for Hunter Syndrome’ en van het Prinses Beatrixfonds dit onderzoek zo ver kunnen brengen. Daarin hebben we ook steun van Spierziekten Nederland en vormt dit onderzoek één van de pijlers van het UMD. Maar voor de volgende stap is ook veel geld nodig. Ons doel is dat we een behandeling bij patiënten krijgen voor een redelijke en transparante prijs.”

Pijnappel ziet dat er nu wereldwijd hoopvolle nieuwe behandelingen worden ontwikkeld, die voor patiënten een heel hoge prijs hebben. “We kunnen in het lab prachtige medicijnen ontwikkelen voor kinderen met een metabole ziekte, maar als deze uiteindelijk te duur zijn voor een gezin, is er iets mis in het systeem. Denk hierbij aan woekerprijzen voor weesmedicijnen, medicijnen voor een heel kleine groep zieken. Ik zie dat daar nu maatschappelijke discussies over en ik verwacht dat dit de komende jaren alleen maar toeneemt. Het systeem moet fundamenteel veranderen.”